• Sneeuw, die in februari blijft liggen langs de grachten,ligt op andere te wachten.
  • In februari blote armen, dan vriest het met Pasen tot in de darmen.
  • Sint josita en Sint-Faustijn laten het nog dikwijls koud zijn, maar het is toch zeker en gewis dat er onder het ijs geen balk meer is.
  • Is februari koud, dan wordt de winter niet oud.
  • Heldere nacht, vorst verwacht.
  • Sneeuw en regen in februari zijn mest op de akker.
  • Hoor je in februari de donder, dan zul je zien een zomerwonder.
  • Niets van de lente wordt verwacht, als februari is te zacht.
  • Volgt de sneeuw op regen, dan houdt de harde winter tegen.
  • Februari hel en klaar, maakt van de boer een bedelaar.
  • Als de sneeuw zevenmaal is gevallen en weer zevenmaal is gesmolten, dan is de echte winter pas begonnen.
  • Als februari lacht, wordt maart niet zacht.
  • Als de noordwind in de korte maand niet blazen wil, zo blaast hij zeker in april.
  • Het kraaien van de haan kondigt wind en regen aan.
  • Komen al krassend de raven bijeen, komt er ook regen, zo meteen.
  • In Februari avondrood, volgende dag sneeuw in de sloot.
  • Sprokkelmaands regen, is grasmaands zegen.
  • Als in februari de muggen zwermen, moet ge in maart uw oren wermen (warmen).
  • Februari muggendans, geeft voor maart een slechte kans.
  • In februari ziet de boer liever een hongerige wolf, dan een man in hemdsmouwen.
  • In de korte maand regen, is vette mest en zegen
  • In februari een muggendans, Geeft voor mrt een slechte kant
  • Vliegt de mug in februari, dan huivert men het ganse jaar
  • Schijnt morgen rood je tegen, dan dreigt februari met regen
  • Als vroeg krokussen bloeien, dan zullen ze met de koude stoeien.
  • In februari guur en koud, dan komt er een zomer waarvan je houd
  • Is februari nat en koel, dan wordt juli dikwijls heet en zwoel.
  • In februari al de lente? Dat geeft broden zonder krenten.
  • Februari met vorst en wind, maakt weldra de pasen blind.
  • Als febrauri lacht, dan wordt maart niet zacht.
  • Februari is nooit zo fel, of ze geeft drie lentedagen wel.
  • Een koude februari geeft een goed roggejaar.
  • Als het in februari niet sneeuwt, weet dan dat je later, in de zomer van hitte geeuwt.
  • Wanneer februari iedereen winst brengt, dan klagen de boeren het minst.
  • Lichtmis(2) donker maakt de boer tot jonker.
  • Lichtmis helder en klaar, maakt de boer tot bedelaar.
  • Brengt Lichtmis wolken en regen mee, dan is de winter voorbij en komt niet meer.
  • Geeft Lichtmis klaverblad, met Pasen sneeuw op het pad.
  • Op Romaldus(7) storm en blazen, zal in mei het vee doen grazen.
  • Klaar weer op St. Silvijn(17), het kan nog twee maanden winter zijn.
  • St. Matthijs(24) breekt het ijs, maar wil het ijs niet breken, dan vriest het nog zes weken.