Oranje visgraatlijn: "convergentielijn" => duidt een zone aan waar de wind aan de oppervlakte samenstroomt. Deze convergentie aan de oppervlakte wordt geassocieerd met verticale opwaartse bewegingen, die vaak aanleiding geven tot een buienlijn of onweer. De convergentie kan in verband worden gebracht met twee samenkomende windfluxen, elk vanuit een verschillende richting, of met de aanwezigheid van een luchtlaag die warmer en vochtiger is dan zijn omgeving (thermische vore of thermisch lagedrukgebied).
Zwarte stippellijn: "trog"=> veroorzaakt verticale opwaartse bewegingen en leidt vaak tot stortbuien en/of een intensivering van de onweersactiviteit. In een trog is meestal een buienlijnaanwezig.
Rode lijn met halve cirkels : "warmtefront" => aanvoer van warmere lucht die vaak aanleiding geeft tot de vorming van een wolkenzone, die gepaard gaat met neerslag. Het front omvat de grens tussen de aangevoerde warme lucht en de koude lucht waarvan hij de plaats zal innemen. De positie van de halve rode cirkels toont de richting van de verplaatsing van het warmtefront.
Blauwe lijn met driehoeken : "koudefront" => aanvoer van koudere lucht die vaak aanleiding geeft tot de vorming van een wolkenzone, die gepaard gaat met neerslag. Het front omvat de grens tussen de aangevoerde koude lucht en de warme lucht waarvan hij de plaats zal innemen. De plaatsing van de driehoekjes duidt de richting aan waarin het koudefront zich verplaatst.
Paarse lijn met driehoeken en halve cirkels : "occlusiefront" => resultaat van de fusie tussen een warmte- en een koudefront. In het algemeen beweegt een koudefront sneller dan een warmtefront. Het haalt het warmtefront in om een uniek wolkensysteem te vormen, dat vaak aan de bron van neerslag ligt.
Afwisselend rode/blauwe lijn : "stationair front" => stationaire grens tussen een koude en een warme luchtmassa. De warme lucht bevindt zich achter de rode halve cirkels en de koude lucht bevindt zich achter de blauwe driehoeken.