• Trekvogels in september nacht, ze maken de kersttijd zacht.
  • Als in september de donder knalt, met kerst sneeuw met hopen valt.
  • Vallen de bladeren vroeg, dan wordt de herfst niet oud.
  • Als de R is in de maand, is het weer niet altijd meegaand.
  • Donder in september, sneeuw in maart.
  • Als in september de donder knalt, zal met Kerst de sneeuw in hopen vallen.
  • Vorst in september, zacht in december.
  • Warm in september, koud in december.
  • Een warme september, een droge oktober.
  • Schijnt de herfstzon met zomerkracht, maakt veelal de winter zacht.
  • Komen de pluimen aan het riet, bedenk het is nazomer en geniet.
  • Met St.Giel(1) zonneschijn, het zal dan nog 4 weken zo zijn.
  • Is het op St. Egidus(1) heet, het geeft een schone herfst met zweet.
  • Op de 5 de september wordt bewezen, wat het voor weer de hele maand zal wezen.
  • Mooi weer op Maria's geboorte(8), dit weer gaat nog vier of acht weken zo voort.
  • Op de dag van Ludmilla(16) een zeer vroom kind, blaast vaak een forse wind.
  • Met Lambertus(17) zonneschijn, het zal een droog voorjaar zijn.
  • Op Mattheus(21) storm en wind, bestaat de kans dat men met de komende Pasen nog de winter vindt.
  • Is het op St. Mauritius(22) helder, dan gaan er veel schepen naar de kelder. (er worden dan veel stormen verwacht).
  • Vallen de eikels al voor St. Machiel(29), dan snijdt de winter door lijf en ziel.
  • Trekken voor St. Machiel de vogels niet, geen winter is nog in het verschiet.
  • Kruipt de zon in z'n nest, regent het 's anderdaags op zijn best.
  • Als slakken en padden kruipen, zal het weldra druipen.
  • Nooit kan september goedmaken, wat augustus niet wilde afmaken.
  • Grauwe nevels is gebleken, zijn van kou een zeker teken.
  • Wil september vruchten dragen, dan moet juli hitte geven om te klagen.
  • Kleine regen stilt grote wind uit alle streken.
  • Met de rug naar augustus en de neus naar november dreigt al vlug december.
  • Hoe feller vlieg en horzel steken, hoe eer een onweer los zal breken.
  • September regen, komt de druiven gelegen.
  • Zonder regen of wind wordt september een onvoldragen kind.
  • Vallen de eikels in september al af, dan zit de zomer vroeg in het graf.
  • Stekende vliegen kunnen niet liegen en voorspellen regen allerwegen.
  • Een bleke maan kondigt regen aan.
  • Bijen nijdig om te korven, komt ons onweer toe gezworven.
  • Als de schaapjes aan de hemel staan, kan men zonder regenscherm wandelen gaan.
  • Woest weder, kort van duur.
  • Vliegt er nog een zwaluw op St. Michiel (29sept.), dan zit de winter nog niet op zijn hiel.
  • Na een warme herfst, vaak een koude winter.
  • Brengt de herfst echter kille regen, dan is aan de winter niks gelegen.
  • Want is september mild,dan wordt de winter wild.
  • September is de meimaand van de herfst.
  • De herfst met nevels doortrokken, brengt in de winter veel sneeuwvlokken.
  • Vallen de eikels al voor St. Michiel (29sept.) , dan snijdt de winter door lijf en ziel.
  • Schijnt echter een stralende zon, wordt de winter een demon.
  • Heerst in september avond vree, dan brengt dat spinnenkoppen mee.